Schoolambassadeur School voor Orde en Veiligheid 2022

“Mijn docent zei tegen me dat hij het schoolambassadeurschap wel iets voor mij vond, en ik dacht: “Waarom ook niet?”. Het lijkt me leuk om over mijn opleiding te vertellen. Ik doe Handhaver Toezicht en Veiligheid en dat is een heel communicatief vak. Je moet ook met mensen om kunnen gaan die boos of geïrriteerd zijn en dat heb ik tijdens mijn stages al vaak meegemaakt.” Sebastiaan (17) is ambassadeur van de School voor Orde en Veiligheid.

Niet altijd de braafste

“Voor de meeste studenten in mijn klas wordt deze opleiding wel gezien als een opstapje naar politiewerk. Zeker in het begin van de opleiding, maar na de eerste stages zie je wel dat studenten ook in andere sectoren geïnteresseerd raken. Je hebt dan een bredere blik op het werkveld. Ik wil zelf nog altijd het politiewerk gaan doen, dat wilde ik als kind al. Toen ik op de middelbare school zat was ik echt niet altijd de braafste en ik heb vaak met vrienden op straat rondgehangen. Dat maakt wel dat ik nu goed weet hoe je jongeren moet aanspreken, ik weet hoe ze denken en hoe ze op een uniform kunnen reageren.”

Stage in de gevangenis

“Ik heb stagegelopen in de gevangenis, daar heb ik me prima vermaakt maar het is wel heel rustig werk. Dat moet ook wel, want als het werk in de gevangenis druk is, dan loopt er iets niet goed! Tijdens een andere stage stond het handhaven op straat centraal en dat spreekt mij meer aan. Daar hield ik bijvoorbeeld scooters aan die met 60 km per uur door een voetgangersgebied reden. Uiteraard allemaal in nauwe samenwerking met de agenten daar. Ik ben zelf van plan om hierna mbo-4 te gaan doen en daarna hbo. Recherchewerk lijkt me ook gaaf, maar dat komt neer op nog heel wat extra jaren studeren.”

Fit blijven

“Sport is een belangrijk onderdeel van deze opleiding. We hebben vijf tot zes uur per week sport. Judo, fitness, fysiek-mentale vorming en dit jaar beginnen we met aanhoudingstechnieken. Daarbij leer je hoe je iemand in een houdgreep neemt of hoe je een nekklem toepast. Dat oefenen we dan op elkaar, maar wel natuurlijk met duidelijke afspraken over aftikken.”